Met de jongens naar Zuid Amerika

Santa Cruz, La Paz en Copacabana

Vier dagen later en twee steden verder: van Santa Cruz via La Paz naar Copacabana aan het Titicaca meer.
In Santa Cruz zijn we één nacht gebleven, maar het had wat de jongens betreft wel langer mogen zijn. Er zijn daar namelijk veel zeer kindvriendelijke restaurants met grote indoor speeltuinen, ballenbakken en veel ijs! We hebben er een avond en een ochtend in doorgebracht. Voor ons ook niet verkeerd hoor, Santa Cruz specialiseert zich in heerlijke taarten en ijs. Het lijkt erop dat elke Boliviaanse stad zijn eigen specialiteit heeft: Potosí de salteña's (pasteitjes met een zoetige vleesvulling), Sucre de chocolade (we hebben ons ingehouden) en Santa Cruz het ijs en gebak.
Verder hebben we niet veel gezien van de stad. De avond van onze aankomst zijn we nog even snel naar het centrale plaza gegaan dat twee blokken vanaf het hotel is. Hier is het plaza groot en groen (veel palmen en heerlijk geurende frangipani's die me weer even doen terugdenken aan Sydney...), met een bakstenen kathedraal en mooie papegaaien (Canary-winged voor de nieuwsgierigen onder de lezers). Er begon net een blaasorkest te spelen (zie filmpje), ongetwijfeld ook al ter voorbereiding van Carnaval. Pff, dat zal wat worden dat Carnaval hier! Daarna naar het eerste kinderrestaurant, lekker bier en lekkere Pique de Macho, een Boliviaans eenpansgerecht met rundvlees, worstjes, tomaat, gebakken aardappel en pepertjes. Zonder de scherpe pepertjes is het erg lekker. De jongens een hamburger met wat sla en friet en lekker veel spelen. Daarna in het tweede soortgelijke restaurant (maar nu vlakbij het hotel) nog wat ijs en weer spelen.

De volgende ochtend (vrijdag de 11e) maar weer naar de plaza in een poging nog wat bezienswaardigheden te zien in de tijd die ons rest in deze stad. Niet echt gelukt, alleen de kathedraal die niet erg bijzonder lijkt maar wel een mooie beklimbare toren heeft met aardig uitzicht. Helaas is het bewolkt en zien we de heuvels/bergen in de verte niet erg goed. Nog een paar blokjes verder gelopen, maar weinig bijzonders gezien. Wel valt op dat het een echt tropische stad is, met overdekte galerijen en restaurants zonder muren en ramen en met een openlucht-binnenplaats. Het is 's nachts niet kouder geweest dan 25 graden en de ventilator in de kamer was erg welkom. Gelukkig hier geen muggen (meer), ze schijnen de stad een paar weken geleden 'platgespoten' te hebben omdat er Dengue Fever heerst (hoe doen ze zoiets?). Wel erg prettig na alle muggenbulten die we in Samaipata en de Refugio hebben opgelopen.

Om 12 uur met een taxi naar het vliegveld, een half uur rijden. We zijn erg blij dat we hier niet zelf hoeven te rijden: vijf rijen auto's op een driebaansweg waar onze chauffeur met hoge snelheid doorheen laveert, al toeterend en bussen ontwijkend. Gordels vast en proberen rustig naar buiten te kijken. Brr. Inchecken, airporttax betalen (15 bolivianos pp, = iets meer dan 1,50), nog even wat eten en dan naar de gate. Het is een internationaal vliegveld en een handige plek om te starten in Bolivia als je niet meteen de hoogte in wilt. Er gaan echter vrij weinig internationale vluchten, we zien er een stuk of 6 op de borden staan, de rest is nationaal.
Wij vliegen met Aerosur, een Boliviaanse maatschappij (de enige? nog eens uitzoeken); zij hebben hun passagiersvliegtuigen allemaal mooi beschilderd. Er zijn er zes lezen we in een folder en wij hebben een 737 met een snel paard (dat normaal naar Salta in Argentinië vliegt, het paard verwijst naar de gaucho's). De vlucht was verder niet noemenswaardig omdat we door de bewolking erg weinig konden zien. Duurde ook maar een uurtje en we hadden zes stoelen voor ons vieren ter beschikking omdat het vliegtuig lang niet vol was. Prettig.

En dan La Paz! We hebben er al wel wat foto's van gezien en weten dat het eigenlijk uit twee steden bestaat: La Paz dat laag ligt (3000-3500 meter) en El Alto dat hoog ligt (rond 4000 meter). Maar we zijn toch verbaasd als we aankomen in een totaal vlak landschap. Het is nog steeds bewolkt, dus we kunnen de hoge toppen ook niet zien, maar de stad waar we net overheen vlogen is totaal vlak! Het blijkt El Alto te zijn dat helemaal op de hoogvlakte (de altiplano) ligt, terwijl La Paz in diep uitgesleten vallei is gebouwd. En die stad zien we zodra we met de taxi over de rand komen, wauw! De chauffeur wil wel even stoppen zodat ik wat foto's kan maken, werkelijk indrukwekkend om de grote stad tegen de vrij steile wanden van de vallei aangeplakt te zien. Het hotel (zoals alle hotels weer geregeld door Ben Verhoef Tours, ze hebben wat ons betreft goede hotels uitgezocht!) ligt in het centrum, naast de San Fransiscus basiliek in een smal maar druk straatje. Dit is weer een rumoerige, rommelige en drukke, bezige stad (heel anders dan bv. Sucre dat veel netter en rustiger is) en we zitten precies in het gebied met de meeste Artesánia-winkeltjes. Erg kleurrijk dus met alle kleden, mutsen en truien. En het is koud, tenminste, als je vanuit de hitte komt. Eigenlijk valt het met 10-15 graden ook nog wel mee, maar het is prettig om een lange broek en een trui aan te hebben. De meeste inwoners van La Paz lijken het trouwens wel erg koud te vinden, we zien veel donsjassen, sjaals, mutsen en handschoenen voorbijkomen. Hmm, dat is ook weer wat overdreven.

We hebben in de twee dagen die we hadden in La Paz geen grote bezienswaardigheden gezien, maar hebben vooral wat door de straatjes gelopen en de sfeer geproefd.
Zaterdag (de 12e) eerst even gebeld (Skype) naar het thuisfront. We hebben namelijk eindelijk weer eens een vrij aardige internetverbinding op de kamer! Leuk om de opa's en oma's weer even te zien en horen! Daarna naar de 'heksenmarkt', één van de interessante plekken van La Paz en deze is vlakbij. Weer veel mutsen en kleden enzo, maar ook amuletten, kruiden en lamafoetussen! Bastiaan vond het wat eng, hij verwachtte een heks in elk stalletje... ;-) Hier nog wat souvenirs gekocht want we kunnen alles wat we tot nu toe hebben verzameld mooi vanuit La Paz naar huis sturen. Onze koffers hebben niet zo heel veel vrije ruimte, dus we willen het graag kwijt. Onderweg naar het postkantoor (heb ik in mijn eentje gedaan terwijl Bastiaan sliep, Simon computerde en Henk las/sliep) zag ik nog een stukje van de grote besneeuwde Illimani, de berg die boven de stad uittorent. Die hadden we nog niet goed gezien en die hebben we daarna helaas ook niet meer zien door alle bewolking.
's Avonds nog wat straatjes doorgelopen, wat speelgoed gekocht (goedkope prullaria die het maximaal een paar dagen uithouden) en daarna naar een peña restaurant. Dat wilden we in Salta al, maar nu komt het er eindelijk van omdat deze vrijwel naast het hotel is en de show (en het eten) al om 20:30 start. We moeten er even op wachten en we (oftewel de jongens) houden het lang niet de hele show vol, maar het was wel leuk. Zes dansers en vier musici met dans en muziek uit Bolivia. Wij worden ook nog het podium opgetrokken om mee te dansen en zelfs de jongens doen vrolijk mee. Leuk!

Gister (zondag de 13e) zijn we met een taxi naar een uitzichtpunt in de stad gegaan. Was niet erg ver, maar we hebben geen zin om hier op deze hoogte (weer ruim 3600 meter; gelukkig buiten kortademigheid weer geen last van!) een eind naar boven te moeten lopen. Kunnen we beter boven beginnen en dan naar beneden. Boven blijkt een heel park te zijn met, jawel, een grote speeltuin! En ook mooi uitzicht, dus iedereen weer tevreden, haha. Ook heerlijk weer, zonnig en ruim 20 graden (helaas de bergen wel in de wolken). Naar beneden ging over een mooi aangelegd pad dat hoog boven de straat slingert. Het eindigt in een gezellige markt waar ook weer erg veel te doen is voor kinderen. Het is er gezellig druk, heel La Paz lijkt hier op zondag naar toe te komen voor wat lol en een hapje en een drankje. Simon heeft lekker kunnen fietsen op een speciaal aangelegde fietsbaan (op een driewieler, ineens weer na lange tijd op een gewone fiets leek ons wat veel gevraagd op zo'n drukke baan). We hebben in een treintje gezeten, de jongens hebben gesprongen op een luchtkussen en Simon en ik hebben de stad nog weer even bekeken vanuit een reuzenrad. Prima vermaak dus!
Helaas heeft het de jongens ws. wel erg 'druk' gemaakt en we hebben 's avonds in het hotel erg veel moeite gehad om ze in slaap te krijgen. Ze zijn beide de laatste tijd al erg bezig om tegen grenzen aan te schoppen en ons op te jutten en dat bereikte nu een extreem hoogtepunt. Helaas waren we zelf ook moe en hebben we ons teveel laten verleiden tot een strijd, met veel geschreeuw en gehuil tot gevolg. Niet leuk. Ik had gister eigenlijk nog dit verhaal willen schrijven, maar daar had ik geen puf meer voor toen ze eenmaal sliepen. Wel weer even goed om dan na te denken (en te overleggen) over hoe je zulke gevallen anders (beter) aan kunt pakken. Vanavond (in Copacabana) dreigde weer even hetzelfde te gebeuren, maar nu hebben we ons niet op de kast laten jagen en is in ieder geval Simon rustig en tevreden gaan slapen. Bastiaan heeft nog wel weer een poging gedaan, maar gaf het vrij snel op. Hoop wel dat deze fase snel weer voorbij gaat...

Maar goed, vandaag. Vroeg op, want we zouden ergens tussen 7 en half 8 worden opgehaald door de bus naar Copacabana. Dat werd uiteindelijk 7:40, dus ruim tijd voor het lekkere ontbijt in dit hotel (met pannenkoeken, roerei, fruit, lekkere broodjes). Weer een mooie grote bus, helaas geen bovenverdieping. Eerst zigzaggen door de stad om nog veel andere passagiers op te halen en daarna via El Alto naar de hoogvlakte. Na zo'n twee uur zagen we het Titicaca meer! We moesten er bij een klein dorpje ook nog uit, want we moesten een smalle strook water oversteken. Wij deden dat met een klein bootje, de bus deed dat op een grote platte bak. We hebben vanaf de overkant lekker kunnen kijken naar alle boten die overstaken met de diverse bussen. Daarna nog een uur naar Copacabana. Dat is een groot dorp dat aan een halfronde baai ligt. Ons hotel (La Cúpula) ligt tegen de heuvel van de noordkant van de baai en heeft een erg mooi uitzicht. Verder heeft het een goed restaurant (lekkere lunch!) en hebben we een kamer in een apart staand huisje in een tuin met een glijbaan! Wel buren, dus fijn dat de jongens vanavond rustig zijn gaan slapen ;-/
Ik ben vanmiddag lekker even alleen het dorp in gegaan om wat zaken te regelen. We moeten vanaf nu namelijk alles weer zelf organiseren, dus bustickets kopen en hotel reserveren. Is ook wel weer leuk en prettig eigenlijk. Het was makkelijk om in Bolivia alles geregeld te hebben, dat scheelde zeker een hoop tijd, maar achteraf gezien hadden we het ook makkelijk genoeg zelf kunnen doen. Vooral de transfers tussen busstation en hotel en vv waren erg onnodig en soms ook echt onhandig. Dan sta je te wachten op je weet niet wie, terwijl je veel sneller even een taxi kunt regelen. En dat is dan nog veel goedkoper ook. Vandaag was de transfer er niet eens en moesten we dus toch met een taxi en dat levert meer ergernis op dan nodig. Gelukkig zijn we vrij pragmatisch en schakelen we snel om, dus een probleem wordt het niet, maar het is jammer. Ik verwacht dat we de kosten van deze gemiste transfer trouwens nog wel terug krijgen, Ben en Susanne deden ook niet moeilijk over de kosten van de eerste nacht in Uyuni toen we in een ander hotel moesten omdat bij de gereserveerde niemand open deed.
Maar goed, bustickets gekocht naar Puno voor de 17e en in een internetcafé (in het hotel helaas geen internet, het enige minpuntje) mailtje gestuurd naar een beoogd hotel daar. (Inmiddels is die reservering ook al rond, makkelijk toch dat internet!). Nog even gezocht naar een boekwinkel, want ik wil toch wel graag het boek 'Birds of Peru' hebben, ik heb hier al teveel soorten gezien die niet in mijn boek van zuidelijk Zuid-Amerika staan. Maar helaas, de boekwinkels hier hebben alleen wat studieboeken en veel schriften en pennen... Hopelijk lukt dat wel in Cuzco (of misschien al in Puno). Daarna even naar de baai en daar drie nieuwe soorten die gelukkig nog wel in mijn boek staan (naast nog drie die er niet in staan): onder andere een fuutje dat alleen op dit meer en een ander hoog meer in Bolivia voorkomt (Shortwinged Grebe). Leuk!
Later nog weer terug naar het dorp met de mannen: mutsen en handschoenen gekocht (het is hier nu echt behoorlijk frisjes, we hebben voor het eerst naast de truien ook de jassen aan!) en even gegeten. En inmiddels slapen alle mannen en brei ik er ook een eind aan; het was een lange dag. Morgen is er weer één! (verhaal wordt morgen geplaatst vanuit een internetcafé)

O ja, nog één dingetje wat leuk is om even te vermelden: Henk heeft in la Paz met Simon een nep-zilveren schatkistje gekocht voor zijn melktanden! Er zit al een tijdje een ondertand los en mocht die er op de reis nog uitvallen, dan hebben we een toepasselijk doosje!

Tot later!
Karen

Boliviaans oerwoud bij Refugio Los Volcanes

Het is nu de derde dag op Refugio Volcanes. Bastiaan ligt in bed, Simon is met Lego aan het spelen en de adapter van de laptop werkt op de zonne-energie installatie. Er is dus tijd en energie om een verhaal te schrijven. Morgen zal het verhaal aangevuld worden en op de site worden gezet.

We zijn op tijd uit Samaipata vertrokken; 9 uur. Eigenlijk wel schappelijk. Op tijd eten en de spullen inpakken. Om 8:45 was de chauffeur er al en wij stonden precies om 9:00 buiten. Nog even afscheid genomen van Ben en Susanne; wij hebben 5 dagen in hun huis mogen bivakkeren; en het was een lekker huis.

De chauffeur zei dat de rit twee uur zou duren. We hadden de jongens al primatour gegeven. Dat spul werkt goed en we hebben de laatste tijd geen misselijkheden meer gehad. Het eerste stuk, van precies een uur, ging over verharde wegen. Af en toe een stukje zand, maar verder prima te rijden. Daarna namen we een afslag en gingen een berg op. Daar zat een vrouw en een jongetje te wachten en ze vroeg of ze mee mocht rijden. Later bleek dat dit onze kok zou zijn...

We gingen met de 4WD een eind de berg op, totdat we bij een hek kwamen. Het hek stond open, maar de 4WD stopte toch. Het bleek dat de weg moeilijker zou worden en dat deze 4WD er niet langs zou kunnen, de weg heeft te krappe bochten voor een grote 4WD. We zouden opgehaald worden door een andere 4WD. Tijdens het wachten hadden we al uitzicht op de lodge (de Refugio) beneden in het dal en we zagen zelfs een condor! Karens dag kon niet meer stuk. De lodge zag er prachtig uit, een lichtgroene oase van gras tussen de donkergroene bomen en de rode rotsen.
Na een tijdje kwam er een kleinere 4WD aan. Omdat er maar 2 volwassenen achterin konden zitten, met kinderen op hun schoot, ging Simon bij mij voorin. Dat vond hij wel spannend. Toen we vertrokken vertelde de eerste chauffeur nog dat de weg wel steil zou zijn, maar dat we rustig gereden zou worden. Onze chauffeur zag ik nog een gebedje doen; dat zou een rit worden...

Maar eigenlijk viel het wel mee. OK, de weg was steil, maar alles ging mooi langzaam. De chauffeur vertelde honderduit, waarvan ik maar een klein deel begreep. Na een tijdje gingen we door een rivier en weer omhoog. Bij een steil stukje haalde de wagen het niet en gingen we weer naar beneden. De chauffeur verzekerde ons dat er 'no problemo' was en we gingen het nog een keer proberen. En weer haalde de wagen het niet. Dan maar een stukje lopen tot het weer vlakker werd. De chauffeur probeerde het nog een keer en nu lukte het wel zonder al dat gewicht ;-). We stapten weer in en vervolgden onze tocht. Na een tijdje kwamen we aan op een vlak stuk met gras en een paar boompjes waar in het midden een gebouw stond. Dat was het slaapgedeelte. Aan de rand van het gras stond een gebouw met de eetzaal en keuken.

Toen we uitstapten rende een hond ons tegemoet en de jongens (alle drie) vlogen erop af. Daarna gingen de jongens rennen door het veld. De chauffeur vertelde dat de jongens niet in het hoge gras moesten komen; er zouden slangen kunnen zitten...
We gingen naar onze kamer en het viel gelijk al op; muggen. Heel veel muggen. De kamers hadden wel horren voor de ramen, maar als een deur open gaat komen ze ook binnen. In de kamer was geen klamboe, maar gelukkig hebben we één bij ons. Alleen was er in de kamer geen manier om die te bevestigen. Ook de computer wilde niet laden op de spanning in de kamer. Bij nader onderzoek bleek er 12V op de spaarlampen te staan. Hummm...

Dan maar even naar de gids toe. Die kon ik niet vinden, maar de mevrouw/kok was er wel. Ik kon duidelijk maken dat ik graag een klamboe wilde ophangen. Ze vertelde (denk ik) dat dit wel met palen zou kunnen. Bij mijn vraag naar een transformator van 12V naar 220V ging ze maar even iemand halen; onze chauffeur. Hij begreep wat ik bedoelde en dook een kantoortje in. Even later kwam hij er met een 12V naar 220V adapter uit. Prima, nu hopen dat deze het doet. De chauffeur had ook begrepen dat wij palen wilden hebben voor de klamboe en hij liep met ons mee. Ik had al een stapel bamboe zien liggen en hiervan maakte hij vier palen van 2,5 meter lang. Deze plakte hij met tape aan de randen van het bed en toen hadden we een constructie om de klamboe aan vast te maken. Dat zag er prima uit.
Toen ook maar gelijk de adapter geprobeerd en na wat proberen werkte dat ook. Top!!

Daarna hadden we lunch en die was prima. Karen ging daarna wat wandelen met Simon en ik bleef bij Bastiaan die ging slapen. 's Avonds weer een goede maaltijd. Omdat ik graag slaap zonden muggen, maak ik er een sport van om zoveel muggen als mogelijk in onze kamer dood te slaan. Thuis hebben we een elektrische vliegenmepper, die zou hier handig zijn geweest. Hier komt het weer neer op het ouderwetse handwerk. Maar ik heb verder heerlijk geslapen, er is geen mug doorgekomen.

De volgende dag hadden we ontbijt en daarna zijn we gaan wandelen met een gids. Er was een Condor wandeltocht van drie uur waar we aan begonnen. Na een kleine twee uur waren we boven. De gids had ons onderweg veel laten zien en het uitzicht was mooi. We stonden boven de lodge en konden het goed zien. Ik verwachte dat we nu weer 1.5 uur terug moesten lopen, maar de gids vertelde ons dat er een afdaling was van 20 minuten. We deden Bastiaan in de rugdrager en inderdaad na 20 minuten waren we weer beneden.
Naast het eethuis loopt een rivier met een kleine waterval. En onderaan de waterval is een klein zandstrand. Daar zijn we 's middags nog even geweest. Niet heel lang; Simon kreeg het koud en natuurlijk weer de muggen.
Aan het eind van de middag was er activiteit bij de auto. We hadden al gezien dat we tafels veranderd waren in het restaurant. Er was een lange tafel van 9 gedekt. Er zouden nieuwe mensen komen. En ja hoor, daar kwam de auto weer aan; gevuld met koffers. Een 20 minuten later kwam het eerste deel van de groep en nog eens 20 minuten later het tweede deel.
De groep bleek een vogeltour te doen en ze kwamen allemaal uit Engeland. Ze hadden ook iemand bij zich die de buurt kent (en dus ook de vogels) en ze hadden ook telescopen meegenomen. Erg vervelend natuurlijk voor Karen zo'n groep ;-) Toen ze aan het eind van de middag nog even rond gingen kijken, gingen wij daar natuurlijk ook even kijken. We hebben gelijk al vogels gezien die we zelf nog niet eerder gezien hebben. Als je weet waar je naar kijken moet, dat scheelt al een hele hoop.

De volgende dag zou de groep bij zonsopgang vogels kijken en Karen vroeg of zijn daar ook bij mocht zijn. Geen probleem. Dus Karen stond om 5:50 op. Karen moet nog maar even aangeven wat ze daar allemaal 'gescoord' heeft.
Okee, nu ik dan (het is inmiddels de avond van de 10e). Was een enorme luxe om met 8 extra paar ogen op pad te zijn waarvan één paar van een goede gids met veel kennis van de lokale soorten. Het was een groep engelse vogelaars op leeftijd, met een gids uit Costa Rica. Ze deden een 18-daagse vogelreis en waren net begonnen in Santa Cruz. In de paar pogingen die ik zelf al had gedaan om wat vogels te zien, liep ik tegen de gebruikelijke bosproblemen aan: je hoort veel, maar ziet meestal niks of op zijn hoogst halve vogels die ook niet stil willen zitten. Daarbij is de veldgids die ik mee heb hier aan de rand van het verspreidingsgebied en staat een deel van de soorten er niet meer in. Dus deze groep was erg welkom. Ik heb uiteindelijk twee ochtenden een uur of twee met de groep gevogeld rondom de logde (van 6 tot 8, daarna ontbijt) en gister ben ik daarna nog mee geweest op een pad door het bos. Ik moet het aantal soorten nog tellen, maar het is zeker niet verkeerd! Erg leuk waren een Toucan (niet dé Toekan met de gele snavel, maar één met een zwarte snavel, maar niet minder indrukwekkend) en een Toucanet (een kleinere uitvoering) en een schitterende specht met een enorme rode kuif. Ook wat mooie papegaaien, al zie je die vooral vliegend en weinig zittend. En dan nog een hoop klein spul waarbij de telescopen van de engelsen erg prettig waren en de kennis van de gids onontbeerlijk. In mijn eentje ben ik veel tijd kwijt met het identificeren van de soorten en nu werden de namen 'omgeroepen'. Erg prettig, maar toch zijn mijn zelf gevonden soorten eigenlijk nog wel wat waardevoller, die heb ik écht gezien.

Goed, ik (Karen) ga nog even verder. Vanochtend waren we nog in de lodge en hebben we (na mijn vroege vogelsessie met de engelsen) weer een lange wandeling gemaakt. Nu het pad 'Loro' (papegaai). Zo mogelijk nog spectaculairder dan het Condor-pad. Het liep deels vlak onder één van de verticale rode rotsen en ging naar een schitterend uitzichtpunt. Daarna door bamboebossen en tussen de bromelia's door weer naar beneden. Bastiaan deels in de draagzak, deels gedragen door de gids en deels zelf gelopen. En Simon heeft alles gelopen, 3 uur lang. Petje af!
Na de lunch werden we om 15 uur boven op de heuvel weer opgepikt door dezelfde chauffeur en kwamen we eind van de middag aan in Santa Cruz. Met 2 miljoen inwoners de grootste stad van Bolivia. Heel raar: het is hier ineens helemaal vlak! En nog steeds erg groen en een stuk warmer, het wordt hier tropisch. Vanwege het gevaar van malaria (we zitten hier net op de rand van het verspreidingsgebied) blijven we hier niet lang, we vliegen morgen al door naar La Paz. Weer terug naar de hoogte, de 'kou' (daar nu 13 graden, hier nog 25) en de kalere bruinere bergen. Hopelijk zijn onze lijven nog gewend aan de 3500 meter; we zullen het zien!

Groet,
Henk en Karen en de jongens

Vier dagen Samaipata

Vier dagen Samaipata, weer even lekker rustig. Dagje weinig, dagje niks, dagje uit en nog een dagje niks. Zo, verhaal klaar ;-)

OK, ik zal nog even wat uitgebreider zijn. Het dagje weinig bestond uit een rustige ochtend thuis en 's middags naar het dierentuintje in de buurt. Dat is volgens de Lonely Planet 4 km lopen, maar volgens onze buurvrouw Susanne slechts een half uur. Tja, geen idee hoever het echtzal zijn, maar we houden rekening met een uurtje lopen. Dus, draagzak mee, insmeren, petten op (het was zonnig en zo'n 28 graden) en gaan met die banaan. Simon valt vlak voor vertrek nog uit de hangmat (geen schade, pfff) en wil als troost graag ook eens in de draagzak. Ok, het eerste stuk(je). We lopen door onze straat naar het centrale plein/park met de kerk, steken schuin over en gaan dan de straat en het dorp uit.
Samaipata is een klein dorp, maar wel met veel restaurantjes, winkeltjes, reisbureautjes en buitenlanders. Het ligt namelijk aantrekkelijk in de groene heuvels die de scheiding vormen tussen het laagland in het oosten van Bolivia en de Andes in het westen. Het is hier duidelijk vele malen groener dan in de bergen, al zitten we hier ook nog op zo'n 1700 meter hoogte. In de buurt van Samaipata zijn enkele bezienswaardigheden en het is een mooi vertrekpunt voor excursies, bv naar Sucre (de Old Trade Route), langs de plekken uit de laatste dagen van Che's leven en de Jezuieten route naar het laagland in het oosten.
Maar goed, wij gaan nu naar het dierentuintje. Toch (voor ons) een ruim uur lopen door de landerijen, twee keer een riviertje doorgewaad. Het blijkt vooral een herstellingsoord waar gewonde dieren worden opgevangen en (als mogelijk) weer worden teruggeplaatst. Maar veel dieren zijn dan al zo tam of zijn zo gewond dat ze achterblijven en een dankbare trekpleister vormen. Het is niet groot en er zijn een stuk of 20 apen, wat papegaaien, een boskat, een vosje, schildpadden en enkele roofvogels. En nog wat vee, wat paarden, schapen en geiten. Een aantal dieren loopt los, zoals een triest kijkende brulaap (zie foto). Met een beetje geluk zien we over enkele dagen een wilde soortgenoot in het oerwoud waar we heen gaan (Amboró NP). Uurtje daar rondgelopen en met de kapucijneraapjes gespeeld die vanuit hun kooi graag sandalen open maken en in je zakken willen voelen. De jongens hebben zich vooral vermaakt in de speeltuin. Met Bastiaan in de draagzak weer terug naar het dorp en daar aangekomen meteen gaan eten in een restaurantje aan het plein. Lekkere lasagne en hamburger. Het eten in restaurants verveelt verbazend genoeg nog steeds niet en de jongens raken er ook steeds meer aan gewend. Dat zal nog afkicken worden straks als we weer thuis zijn...

De volgende dag vrijwel helemaal thuis doorgebracht. Eén uitje was een gang naar de kapper (peluqueria in het Spaans, daar zijn er hier veel van) voor Henk en Simon. Ze komen terug met schitterende kapsels, opgeschoren aan de achter- en zijkant en lang bovenop. Voor Henk resulteert dat in een soort militaire hanenkam en Simon, die er ook nog gel bij heeft gekregen, ziet eruit als een straatschoffie op zondag. Haha. Verder ben ik met Bastiaan nog even naar de winkel en de markt geweest voor wat spullen voor avondeten (we hebben hier een keuken, dus toch maar één keertje zelf koken). Op de markt waren bij de vleesafdeling trouwens veel koeienkoppen te koop... Toch maar niet....
Hoogtepunt van deze dag was het watergevecht in de tuin; komt tzt wel een filmpje van op internet. Hopelijk over een paar dagen vanuit Santa Cruz, want hier in Samaipata is de verbinding in het café vrij beroerd en in het oerwoud verwachten we niet eens elektriciteit.

Gister een dagje uit, naar La Pajcha (uitspreken als pachtsja), een hoge waterval. Pajcha is het Quechua-woord voor waterval. We gingen weer met Luigi op pad, het klikte goed tijdens de 4-daagse excursie en hij had wel tijd om ons nog een dagje mee te nemen. De route erheen is 40km (2 uur) over onverharde paden, deels nog wat slechter dan we tot nu toe hebben gehad, maar de 4WD van Luigi kan het makkelijk aan (al is het wel een beetje een rammelbak) en de Primatour heeft weer zijn slaapverwekkende effect op de jongens, dus geen problemen. Er is in de buurt van Samaipata nóg een waterval, dichterbij, maar daar is het (zegt men) wat drukker en het is minder spectaculair. En spectaculair en rustig is het bij La Pajcha! Er is nog één andere landrover van een groepje backpackers die er met een gids een nacht hebben gekampeerd, maar die zien we maar heel even. Wij hebben er ook even over gedacht om er te gaan kamperen, maar dat is toch wel een hoop gedoe en de rustige dagen in Samaipata zijn ook wat waard. We zijn bijna vier uur daar geweest, lekker spelen met zand en water, vuurtje stoken en worstjes en marshmallows roosteren. Ik ben nog even de berg opgeklauterd in de hoop nog wat vogels te zien, maar de oogst was mager, het was er erg stil. Wel één nieuwe papegaaiensoort, toch leuk. Om half zeven weer terug in het dorp en nog weer even eten in een lekker restaurant (goede tip van Luigi).
Onderweg nog weer leuk met Luigi gekletst; oa weer over taal en taalgrapjes. Hij vertelde een mop over twee atomen die we nog niet kenden: One atom says to the other: 'O no, I think I've lost an electron!'. 'Are you sure?' the other one says. 'Yes, I'm positive!'. We krijgen als het goed is vandaag nog het e-mailadres en telefoonnummer van Luigi; het is een aanrader om hem in te huren als chauffeur-gids voor mensen die een engelssprekende gids zoeken. Hij doet dit werk vooral omdat hij het leuk vindt, hij krijgt, voor zover we hebben begrepen, voldoende inkomsten uit een aantal huizen die hij verhuurt en heeft daarom ook geen eigen reisorganisatie oid. Hij wordt nu dus wel eens ingehuurd door Ben Verhoef Tours, maar het lijkt hem leuk om langere tochten te maken met groepen, bijvoorbeeld de héle reis zoals wij nu door Bolivia doen. Dus mocht er nog eens iemand zin hebben in een georganiseerde reis van een paar weken, Luigi is wellicht beschikbaar.
's Avonds hebben we nog even een biertje gedronken in de bar van Ben en Susanne; die zit naast ons (hun) huis, dus met de babyfoon (walkie talkie) prima te doen. Maar de jongens slapen weer als een roos na deze uitputtende dag, dus wij kunnen rustig een paar spelletjes regenwormen doen (ook van 999 Games, zit in een prachtig klein blikje, met dank aan Marianne en Sjoerd!). Voor Simon is de waterval trouwens de derde plek waar hij nog wel veel vaker heen wil, naast het kindermuseum en het treinenkerkhof.

Vandaag is het zondag en onze laatste dag hier. Ik was nog van plan om naar La Fuerte te gaan, een archeologische vindplaats met een grote rots met inkervingen en de restanten van een dorp (pre-inca). Maar het is wat regenachtig en het is ook wel net zo lekker om nog weer een dag te niksen. Dus dan maar dit verhaal schrijven (en zometeen in het café online zetten). Ondertussen heeft Henk ook Bastiaan nog even naar de kapper gebracht met als resultaat net zo'n schitterend kapsel als Simon (zie de voor-na foto). Zonder de gel ziet het er al weer vrij acceptabel uit ;-). Ook al weer een watergevecht gehad en straks mag Simon (terwijl Bastiaan slaapt) nog even wat computerspelletjes doen. Dan kan ik daarna mijn vierde e-book uitlezen, lekker.

Morgen om 9 uur vertrekken we weer naar de bush, naar een lodge in het NP Amboró. Ziet er op foto's luxe en spectaculair uit en er schijnen veel vogels én zoogdieren voor te komen. Wie weet zien we nog wat apen, een tapir of een gordeldier ofzo. Ben erg benieuwd! Jullie zullen het waarschijnlijk over een dag of vier wel weer lezen, ik neem aan dat we in Santa Cruz (de grootste stad van Bolivia) wel weer kunnen internetten.

Tot later!
Karen en de mannen.

Old trade route

2 februari: we zijn aangekomen in Samaipata, hebben gegeten en de kinderen liggen op bed. Tijd om een verhaal te schrijven over de afgelopen dagen.

We hebben een 'expeditie' met een 4WD gedaan langs de oude handelsroute die van Sucre naar Santa Cruz loopt. Deze liep gedeeltelijk gelijk met de voor toeristen en bedevaartsgangers aangelegde 'Che Guevara Route'. Hij heeft zijn laatste periode op aarde in deze omgeving doorgebracht en we zullen tijdens de route een aantal belangrijke plekken zien.

Op de dag van ons vertrek zijn we op tijd opgestaan. We zouden om 9:30 worden opgehaald voor de tocht van 4 dagen. We hadden op de binnenplaats al een jeep gezien en vroegen ons af of die misschien voor ons was. En 's ochtends zat er ook een man alleen in de ontbijtzaal. Hij vroeg na een tijdje of de kinderen Simon en Bastiaan waren. Ah, hij verwachtte ons en zou dus onze gids kunnen zijn. En ja hoor, hij was de eigenaar van de jeep, en was twee dagen terug al vanaf Samaipaita gekomen om ons op te halen; een tocht van 10 uur. Die zouden wij dus ook moeten maken. En dat met de jongens, achterin een jeep, die door de bergen zou slingeren....

Luigi, want zo heet onze gids/chauffeur had ook nog een reisgenoot. Een jonge Argentijnse dog, Norton. En omdat de jeep vol zat, moest Norton achterin bij de koffers; en dat ging eigenlijk prima.
We gingen eerst naar de Indiaanse markt in Tarabuco, 60 km van Sucre; deze wordt in alle reisgidsen genoemd. Eigenlijk een lange rij met kraampjes waar ze grotendeels hetzelfde verkopen. Maar het was leuk om er even doorheen te lopen. Hierna gingen we verder naar het verder niet noemenswaardige dorp Zudañes om te lunchen. Het eerste stuk van de reis ging over asfalt, maar na een tijdje gingen we over onverharde zandwegen rijden; we gingen de bergen in. Einddoel van de dag was het plaatsje Villa Seranno. Niet echt een groot dorp. Er komt wel een bekende charango (soort gitaartje) bouwer/componist vandaan en er is een museumpje over hem en de charango (dat bleek overigens dicht, volgens Luigi een ongewenst effect van het feit dat er een nieuwe burgemeester is).
We kwamen mooi vroeg aan, halverwege de middag, zodat we ook nog wat aan onze middag hadden. Simon wilde graag computeren en Karen ging met Bastiaan op expeditie. Ze hebben een rivier gevonden waar Bastiaan lekker in kon spelen (modder gooien). Tegen de avond werden we opgehaald door Luigi en gingen we naar een kennis van hem. De plek waar we eigenlijk zouden eten had het druk en had geen plaats voor ons. Maar de plek die Luigi voor ons geregeld had, was prima met lekker eten (rijst, vlees, aardappel en salade, de 'standaard maaltijd' in Bolivia). Het was bij mensen thuis, die misschien wel een soort restaurant hadden, maar we zaten in de tuin waar ook wat eenden, jonge hondjes en poesjes en achterin twee varkentjes rondscharrelden. Een prima plekje.

De volgende dag aten we in de eetzaal, met maar één gedekte tafel. Ik denk dat we de enige gasten waren.
Na het ontbijt stapten we weer in de jeep voor een tocht van 3 uur. Tijdens de rit steken we de Rio Grande over. Het is een rivier die we regelmatig tegenkomen. We zetten de auto aan de kant en we wandelen er heen. Er is de laatste tijd weinig regen gevallen, dus het waterpeil staat laag en het water is bruin van het sediment. Simon en Bastiaan zetten hun voeten er nog even in, maar verder dan dat komen ze ook niet. Het water stroomt toch wel erg snel.
We eten daar wat koekjes en drinken wat vruchtensap, in de schaduw van een boompje, in de zon is het erg heet. Daarna gaan we weer verder voor het laatste stuk, van ongeveer een uur, naar La Higuera. Ik had er nog nooit van gehoord, maar dit is de plaats waar Che Guevara geëxecuteerd is. Overal in het dorp (of eigenlijk een rij met huizen) staan foto's en tekeningen van hem op de muur. Karen en ik hebben wel 'The motorcycle diaries' gezien (over de reis die hij met een vriend maakte, dwars door Zuid Amerika), maar hebben verder weinig achtergrond van Che. Gelukkig wordt er in The Lonely Planet één en ander over hem verteld (we hebben een aantal electronische Lonely Planet hoofdstukken op de e-reader en de laptop staan). Verder kunnen we natuurlijk veel aan Luigi vragen.
We komen aan in een mooie tuin waar een veranda is, met daarachter drie kamers. De grootste kamer is voor ons; er staan vier bedden in, we hoeven dus geen tentjes te plaatsen. Karen had het zo geregeld dat we hier twee dagen zouden blijven. We hebben hier dus een rustdag, wel zo prettig voor de jongens. Zij gaan steeds gewillig in de auto, maar ik denk dat een autorit voor hen toch minder boeiend is. Gelukkig houden ze zich goed, en kijken rustig naar buiten, of gaan slapen.
Bij de aankomst wordt ons gevraagd of we nog een lunch willen, of dat we een vroeg avondeten willen. Nou, liever nu al een lunch en dan wat later avondeten. Sebastiaan, de opzichter en kok, duikt de keuken in. Na een kwartier of zo komt hij terug met spaghetti bolognese. Heerlijk.
Als we een eerste verkenning van de tuin doen, zien we een klei-oven en een plaats voor een kampvuur. Even gevraagd of dat mocht, en ja hoor, we mochten een vuurtje maken. Dat is een mooi vooruitzicht, zeker voor Simon.
We zijn weer mooi op tijd op de nieuwe plek, dus we hebben tijd om even rond te wandelen. Vrienden van Luigi hebben een bar, iets verder op het pad. En ze hebben cartoons; dat zou wel iets voor de jongens zijn. Dus wij daar naar toe. Zoals een bar betaamd, hebben ze koud bier, en limonade voor de jongens. En ze hebben de film Jungle Book. Na een tweede bier, besluiten we dat we morgen maar weer terug gaan komen om de rest te zien. Anders zouden we er nog een klein uur moeten zijn, en zoveel bier kunnen we niet hebben. Daarbij, er wacht een kampvuur...
Als we vragen waar we het vuurtje mogen maken, zijn Luigi en Sebastiaan zeer behulpzaam. Niks leuker van een vuurtje maken ;-) Simon helpt mee door af en toe een stok in het vuur te gooien.
Als het vuur goed brandt duikt Sebastiaan weer de keuken in. Wij blijven met het vuur spelen en even later kunnen we eten. Er staat een prachtige tafel met allemaal bloemen, en het eten (aardappeltortilla en salade) is weer heerlijk.
's Avonds brengt Karen de jongens naar bed, en blijf ik lekker bij het vuur zitten. Het hout is niet zo goed, het is nat (dat heb ik weer), dus het vuur gaat vaak uit. Maar met wat kleine takjes en wat blazen heb je het vuur zo weer aan de gang; het houdt je lekker bezig.
Karen en Luigi komen er later ook bij zitten, en we kletsen nog wat, totdat we besluiten te gaan pitten.

De volgende dag is het ander weer. Hoewel het regenseizoen is, hebben we nog niet veel regen gehad. Dat is nu anders, het regent. Nou ja, we gaan eerst eten. En wederom een heerlijke maaltijd. Sebastiaan heeft pannenkoeken gemaakt. Doe daar een beetje boter en suiker op; heerlijk.
We doen die ochtend niet zoveel. De jongens spelen in de hangmat en we doen wat spelletjes. Ondertussen wordt het droog en werd er hout in de klei-oven gedaan. Vandaag wordt er brood in gebakken. Lekker en leuk om te zien. En als de oven toch eenmaal aan is, kan er ook van alles anders in worden gebakken. Dus worden er gevulde aardappels en een quiche gemaakt. De gevulde aardappels zijn voor de lunch en de quiche is voor het avondeten. Daarna maakt ik nog even een kleine wandeling met Simon en Bastiaan gaat slapen in de hangmat. Als we terug komen, begint het te regenen. Dat is jammer; een tweede kampvuur kan dan niet meer, en we blijven een beetje bij de kamer hangen.
Na een wederom heerlijke maaltijd kijken de jongens nog een filmpje en gaan wij ook vroeg naar bed.

De volgende dag is er weer het heerlijke ontbijt. We pakken de koffers in en stappen in de auto. Maar als we allemaal in de auto zijn, merken we dat er iemand mist. Norton is er nog niet. We rijden wat heen en weer om te zoeken totdat Sebastiaan ons roept. Norton is wat verder met een paard aan het spelen. Gelukkig, hij is weer terecht.
Dit is de laatste dag van de tocht. We doen in de grotere plaats Vallegrande nog een paar plaatsen aan die met Che Guevara te maken hebben; het washok bij het ziekenhuis waar hij is opgebaard en aan de pers (en de wereld) is getoond, een museum en het mausoleum op de plek waar hij 30 jaar begraven heeft gelegen. Alleen is het lichaam van Che naar Cuba verhuist. Daarna hebben we genoeg Che gezien voor die dag, en rijden verder.
Ondertussen zijn we druk in gesprek met Luigi. Hij is geboren in Sucre, maar heeft een Italiaanse vader. Hij heeft jaren in Europa gewoond en spreekt goed Engels. Hij een prettig gezelschap om mee te praten. Zo komen we ook op verschillen tussen talen en dat Engels soms ambigu is. Bijvoorbeeld de term 'Third world conference'. Is dat nu de derde conferentie over de wereld, of de een conferentie over de de derde wereld. Volgens mij is dat in het Nederlands beter geregeld. Er staat mij bij dat, in geval van een conferentie over de derde wereld, er een streepje tussen de derde en wereld komt. Dus 'derde-wereld conferentie' of 'derde wereld-conferentie' is duidelijk. Maar daar kunnen anderen vast veel meer over zeggen: Alard, Frank en Jaap, roept u maar ;-)

Aan het eind van de dag komen we weer in een prachtig huis. Het blijkt het huis van de Ben en Susanne te zijn, de mensen die alle hotels en dergelijke in Bolivia voor ons hebben geregeld. We hebben een eigen slaapkamer en er is ook een slaapkamer voor de jongens. Het heeft een keuken en een woonkamer. Ik denk dat we ons hier de komende dagen zeer thuis gaan voelen.
Maar daarover de volgende keer mee.....

Groet,
Henk en de rest

Twee dagen Sucre

Even een kort verhaal over twee dagen Sucre. We hebben weinig gedaan, dus ik kan het nog snel even schrijven, al is het al bijna middernacht en moeten we morgen redelijk op tijd weer op.
Er zijn in Sucre twee musea die de moeite waard zijn om te bezoeken en we hadden twee dagen, dus mooi gepland: elke ochtend een museum en dan 's middags lekker weinig doen. Gister eerst maar eens naar het Museo de Niños, het kindermuseum. Voor Simon een zeer aantrekkelijke naam (hij wil nog steeds terug naar Buenos Aires vanwege dat museum daar). Het blijkt niet al te ver van ons hotel, heuvelopwaarts. Dus eerst even lopen, oa door een mooi smal straatje met trappen en een bestrating van keitjes (heet dat kasseien? we weten het even niet meer). Verder omhoog naar een kerk met een verrassend groot plein ervoor en aan het andere eind een zuilengang. Van daar een mooi uitzicht over deze mooie stad.

Alle gebouwen in Sucre zijn wit (en mogen overigens ook geen andere kleuren krijgen) en er zijn veel grote kerken, kloosters en school/universiteitsgebouwen. Sucre is de constitutionele hoofdstad van Bolivia (zoals bij ons Amsterdam), terwijl de regering in La Paz zit (Den Haag) en is genoemd naar een generaal die de tweede man was naast de grote bevrijder Bolivár (ook een Simon ;-).

Bij de zuilengalerij is ook een café, dus eerst maar eens een kopje koffie en wat taart. Warme chocolademelk voor de jongens, hadden ze wel zin in. Het blijkt heerlijke maar vreselijk machtige gesmolten chocolade (zoals ik ook ken uit Barcelona, weet je nog Marianne?) en ze hoeven er maar een klein beetje van. Helemaal niet erg ;-). De jongens vinden al snel een plekje met wat puin en zand en gaan samen lekker bezig met het maken van 'mierenval' en uiteindelijk een 'poezenval' (Simon heeft goed door dat ik vogels leuk vind en poezen vangen vogels, dus die gaat hij voor me vangen), ze vermaken zich uitstekend! Ik kan ondertussen even met een verrekijker rondlopen (alleen maar reeds bekende soorten) en Henk schrijft even een mailtje (dat hij later vanuit het hotel verstuurt). Nog maar een kopje koffie dan, lekker!
Dan naar het museum, maar dat is onvindbaar en blijkt al twee jaar gesloten! Simon in tranen, hij wil onmiddellijk terug naar Buenos Aires! Met de belofte dat hij 's middags computerspelletjes mag doen, is hij weer wat getroost. Geluncht in een klein lokaal zaakje waar denk ik zelden een toerist komt. Ze hebben een standaard lunch met soep vooraf en een stukje vlees met rijst, een aardappel en wat salade als hoofdgerecht. Toetje is een banaan. Voor twee lunches (meer dan genoeg voor ons vieren) betalen we 26 Bolivianos, nog geen drie euro! Onvoorstelbaar. Onze andere lunches en diners hier zijn trouwens in wat meer toeristische zaakjes en kosten iets meer, maar ook dan komt het zelden boven de 20 euro voor eten en drinken. Blijft verbazen.
Middag is niet veel over te vertellen: slapen, computeren, lezen en 's avonds nog even naar het centrale plein van de stad om daar in de buurt te eten. Groot plein trouwens met veel; hoge bomen en enorme palmen, groter dan de meeste centrale pleinen die we tot nu toe hebben gezien. De kathedraal is echter minder in het oog springend.

Vandaag op tijd op (voor ons doen, 7:30) want we willen om 9:30 bij het centrale plein de bus nemen naar het Dinosaurusmuseum, het Cretaceous Park. Het blijkt een toeristenbus zonder ramen, helaas zit de boven verdieping al vol. Het museum is gebouwd naast een bijna volledig verticale kalksteenwand waarop de sporen van dinosaurussen te zien zijn. Van acht verschillende soorten, ruim 400 individuen. Lang niet alle sporen zijn goed zichtbaar (sommige erg klein en erosie doet al zijn verwoestende werk) en een deel van de wand is inmiddels ingestort, maar het is een indrukwekkend gezicht. Onvoorstelbaar dat je naar voetsporen kijkt van meer dan 65 miljoen jaar geleden. Het museum is verder vrij mager (veel wel mooie replica's van dino's, één skelet en wat informatieborden in het Spaans) en de Engels sprekende gids die aan ons en een ander groepje uitleg geeft, is wat lastig te volgen met twee stuiterende jongens, maar het was wel de moeite waard.
Om 12 uur met een omgebouwd vrachtwagentje weer terug (nadat nog even een lekke band is vervangen). Op het plein belanden we in een optocht met muziek en dansers; van de ober in het restaurantje waar we later eten, begrijpen we dat het om een vroege carnavalsoptocht gaat. Carnaval is pas in maart, maar ze kunnen blijkbaar niet wachten hier ;-). Ik heb twee filmpjes gemaakt, die zal ik vannacht nog uploaden naar Youtube. Gisteravond/vannacht heb ik trouwens ook al een hele lading filmpjes geüpload, we zijn nu weer bij. Ik zal zonuendan ook nog weer wat linkjes naar de filmpjes op dit reislog zetten. Maar tot die tijd zijn ze dus te vinden op Youtube (zoek op 'metdejongens').

Vanmiddag heeft Simon weer gecomputerd (Leer het lekker zelf, met dank aan onze overburen!) en Bastiaan geslapen. Ik ben nog even op pad geweest om te proberen wat vogels te zien. Boven onze straat zien we namelijk twee beboste heuvels en die lijken vrij dichtbij. Voor de grootste blijk ik door een buurt te moeten lopen die ik niet helemaal vertrouw, dus die maar niet. De andere blijkt wel redelijk te doen, er is zelfs een mooie trap naar de top vanaf de kerk waar we gister al waren geweest (bij dat dichte museum). Helaas vrijwel geen vogels en al zeker geen nieuwe soorten. Wel weer een aardig uitzicht, en nu herken ik ook ineens die kalksteenwand met de dinosporen. Grappig.
Op de terugweg nog even naar het textielmuseum dat naast ons hotel ligt, oftewel naar de winkel ervan. Daar veel mooie lappen met ingewikkelde patronen die geweven zijn door de lokale bevolking. Niks gekocht, wel een paar foto's gemaakt.

We zullen morgen waarschijnlijk ook nog erg mooie stoffen zien, dan gaan we naar een grote (en al vrij toeristische) indianenmarkt in Tarabuco, een stadje zo'n 60 km buiten Sucre. Morgen begint de vierdaagse excursie langs de Oude Handelsroute die we bij Ben Verhoef Tours hebben geboekt. Schijnt vrij spectaculair te zijn qua landschap, met ook kans op Condors! Nu alleen maar hopen dat de magen van de jongens het een beetje aankunnen...

Goed, dat was het even. Ik denk dat we de komende dagen geen internet zullen hebben, over vier dagen zijn we in Samaipata en daar zal het vast wel weer lukken om wat te laten horen.

Groeten van ons alle vier,
Karen

Potosí en de reis naar Sucre

In dit verhaal zijn we in Potosí. We zitten in een hotel in het centrum, ergens bovenin met mooi uitzicht.

We komen aan het eind van de middag aan, en gaan aan het begin van de avond nog even wandelen in de stad. We komen bij een pleintje aan, en daar zijn duiven.
De jongens hebben dat al snel in de gaten, en weten ook al wel waar ze voer moeten halen. Duiven voeren vinden ze fantastisch.
Na een tijdje duiven gevoerd te hebben, wandelen we verder en komen bij een toren uit. Ik kan zo de naam niet achterhalen, maar het staat ook op een 50 Bolivianos biljet.(edit:, de toren heet 'Torre de la Compañia de Jesus') De toren is nu echter gesloten. Maar de volgende dag gaan Simon, Bastiaan en ik er nogmaals heen, en dan kunnen we er wel op.

Na het bezoek aan de gesloten toren, begint onze maag te rommelen. En zoals de meeste avonden zoeken we een restaurant op. Meestal bestellen we twee hoofdgerechten, en soms nog wat ervoor of erna. De jongens eten niet zoveel, en de porties zijn meestal ruim voldoende. We nemen nu een pizza en spaghetti. Voor de jongens een kan sinaasappel en ananas sap. Wij gaan aan het bier.
Na de maaltijd ga ik met de jongens naar het hotel, en gaat Karen nog even langs een bureautje voor de mogelijkheden van een tour. In de buurt van Potosí liggen een paar meren, en daar zouden wel eens vogels kunnen zijn. Daar wil Karen dus graag heen. Karen komt later ook in het hotel en zegt dat ze op een tour kan gaan. Ze geeft ook aan dat er wel een tour geregeld zou kunnen in de mijnen voor Simon en mij. Op zich lijkt mij dat wel wat, maar omdat er verhalen gaan over gevaarlijke omstandigheden tijdens de tour was ik wat gereserveerd. Maar Karen heeft wel vertrouwen in het bureau, en de tour zou kleinschalig zijn, dus ik zou altijd terug kunnen gaan als ik zou willen. Ik besluit om samen met Simon naar de mijnen te gaan, en Karen zal dat de volgende dag doorgeven.

De volgende dag gaat Karen vroeg op pad, en ik sta samen met de jongens op. We gaan eerst ontbijten, en gaan daarna de stad in. Eerst maar weer even de duiven voeren, en daarna bij de toren langs, die gisteren gesloten was. Gelukkig is de toren nu wel open, dus we gaan met ons drieën boven. Daarna lopen we weer naar het hotel waar Karen rond 12:30 weer zou zijn. Karen had geen goede tour. Er was een weg afgesloten, en ze waren dus heel lang onderweg om bij de meren te komen. De enige die ze uiteindelijk gevonden heeft, stond droog; het regenseizoen is hier veel te droog dit jaar... Ze heeft nog wel 12 nieuwe soorten 'gescoord', maar dat had veel meer kunnen zijn.

In de middag gaan Simon en ik op pad. We gaan naar het afgesproken punt en worden opgehaald door een busje. We worden eerst naar een huis gebracht waar we ons moeten omkleden. We krijgen allemaal laarzen, en een soort regenkleding aan. Ook worden we voorzien van een helm. Voor Simon is het even zoeken naar de juiste kleding, maar er worden een soort snowboots en een fleece gevonden. De regenbroek, de kleinste die er is, maak ik maar vast met een touw. Het zou een tuinbroek kunnen zijn...
Daarna stappen we weer in de bus en gaan verder naar de mijnen. We stappen uit bij een paar stalletjes waar mijnwerkers hun spullen kunnen kopen; water, sigaretten, coca explosieven etc. We krijgen te horen dat het gebruikelijk is om ook wat te kopen en dit tijdens de tour uit de delen aan de mijnwerkers die aan het werk zijn. Ik had al voor dat doel wat potloden gekocht,, voor de kinderen die in de mijnen werken, maar we kopen hier ook maar wat water en sigaretten.
We stappen weer in de bus die ons bij een van de ingangen van de mijn brengt. Er wordt ons verteld dat de berg (Cerro Rico, de Rijke Berg) 5000 ingangen heeft. Bij de ingang zijn wat kinderen, en Simon deelt daar wat potloden uit. Daarna gaan we, achter elkaar, de mijn in. De gang is niet groot, maar ik (bijna 2 meter groot), kan er toch goed in lopen. Na een tijdje komen we in een ruimte waar een offer beeld staat. De mijnwerkers denken dat de ertsen die ze uit de berg halen van een god is, en ze proberen die god gunstig te stemmen door elke vrijdag wat te offeren. Sigaretten, alcohol en coca bladeren.
Daarna lopen we verder de mijn in, en zien wat mensen aan het werk. In onze buurt wordt gelukkig niet gewerkt. We horen wel een drilboor, en komen op een plaats waar een mijnwerker de gaten van explosieven afdicht. Al met al hebben we toch wel wat mijnwerkers aan het wek gezien, en we delen onze giften uit. De meeste mensen vragen om coca bladeren, maar die hadden we niet bij ons. Ze zijn gelukkig ook blij met het water en de sigaretten.
Het meeste liepen we door gangen, maar we moesten ook door een stuk waar ik moest kruipen. Verder hebben we ook nog moeten klimmen. Na een anderhalf uur staan we weer buiten. Naast een pneumatische boor, heb ik eigenlijk weinig modern gereedschap gezien. Veel erts wordt met scheppen in wagens geschept, en een stuk verder weer uitgeladen. Dat moet toch efficiënter kunnen....
Het was een mooie tour, en we hebben werkomstandigheden gezien zie in Nederland niet kunnen, maar gelukkig was het niet zo erg als dat je in sommige verhalen wel eens leest. Maar misschien hebben we niet alles gezien...

's Avonds in het hotel zegt Karen nog wat te willen internetten. Op onze kamer komt de wifi niet goed, dus moeten we de gang op. Geen punt, maar ik had de deur al op slot gedaan, want ik dacht dat we zouden gaan slapen. Dus Karen doet de deur open, en gaat naar buiten. Althans, dat wil ze. ;-) De deur gaat niet open. Nou ja, wat is dat? Ik eens proberen. En wat ik ook probeer, ik krijg de deur ook niet open. Tja, dat is vervelend, wat we hebben ook geen telefoon op de kamer. Wat nu?
We zitten op 4 hoog, en het is 10 uur 's avonds. Gelukkig zit onze badkamer naast de gang, en is er een klein raam, met een stuk glas wat ik er redelijk eenvoudig uit kan krijgen. Wij passen er niet door, maar Simon zou dat moeten kunnen doen. Karen maakt een mooi briefje, wat Simon dan naar de receptie zou moeten kunnen brengen. Maar Simon ligt te slapen, en toen hij wakker gemaakt werd, wilde hij helemaal niks. Toen is Karen maar eens gaan roepen, en gelukkig ging er ergens een licht aan. Er kwam iemand naar boven, en zij kon de deur wel van de buitenkant openmaken. Pffffff. Wij hebben de deur toen maar niet meer op slot gedaan, en het gemeld aan de receptie. Maar we zijn bang dat er niet veel mee gedaan zal worden, en dat volgende gasten dezelfde problemen zullen krijgen.

De volgende dag staan we om 7:15 op en dat is voor ons vroeg. We zullen met een taxi naar Sucre gebracht worden, en de taxi zou er om 9:00 zijn. We hoefden niet veel meer in te pakken, maar een kleine 2 uur zijn we toch wel nodig voor opstaan, ontbijt en inpakken. Tegen de verwachting in was de taxi er al voor 9:00 en wij waren precies om 9:00 uur klaar. De reis zou een 2.5 uur duren en voerde ons langs mooie bergen. De chauffeur dacht blijkbaar dat we snel in Sucre wilden zijn, dus hij reed flink door. En dat moet je dus niet doen met kinderen op de achterbank als je door de bergen rijdt. We zijn meerdere keren gestopt om de zakjes te legen en we hebben ook nog een keer de auto een beetje moeten schoonmaken. Gelukkig vielen de jongens op het eind in slaap en kwamen we relaxed Sucre binnen.
We werden voor ons hotel afgezet, en hebben ons geïnstalleerd. Ook hier werkt de internet niet, maar als je de laptop in het raam zet werkt het wel. Later blijkt dat er ook verbinding te maken is in de hoek van de kamen. Dat is mooi, dan kunnen we daar eens een flinke upload/download doen.
We maken er een rustig dag van. We gaan even wat eten, en komen een mevrouw tegen die portemonnees verkoopt. Simon ziet ons natuurlijk veel met geld werken en vindt dit reuze interessant. We denken erover om hem elke dag wat geld te geven 50 centavos (een stuiver in euro's), waar hij dan wat van kan kopen. Eens kijken hoe dat gaat.
In de middag gaat Bastiaan slapen en spelen we met ons drieën een spelletje Beverbende. Het is een eenvoudig kaartspel en Simon lijkt het goed door te hebben. Het spel is bedacht door 999 games, voor diegene die het thuis ook eens zouden willen proberen. Volgens mij kost het 10 euro.

In de avond gaan we nog wat eten bij de locale chinees. Erg lekker en het lijkt wel wat op de Nederlandse chinees. Daarna gaat iedereen slapen en schrijf ik nog even dit verhaaltje...

Groet,
Henk

De Salar!

De Salar de Uyuni, volgens iedereen die we erover hebben gehoord, is het ongelofelijk. Unboliviable zoals gids Oscar zei. En inderdaad... De foto's hier zijn slechts een kleine selectie, ik hield niet meer op met foto's maken. Het is moeilijk om het in woorden te beschrijven. Een poging: onvoorstelbare vergezichten met spiegelende vulkanen, een eiland met enorme cactussen (sommige zelfs 900 jaar oud) en twee nieuwe vogelsoorten ;-), heerlijke lunch, en veel andere mensen. Dat laatste vond ik deze keer niet eens zo erg, de ruimte was groot genoeg en het gaf soms een goed beeld van het perspectief, want dat raak je hier volledig kwijt. Dat maakt de 'funny pictures' ook zo leuk. Okee, iedereen neemt ze, in de meest creatieve poses, maar toch, het is leuk.

Superdag dus, gister! We werden om ongeveer 11 uur opgepikt bij het hotel (slechts 30 minuten te laat) door gids Oscar en chauffeur Carlos. Oscar sprak enigszins Engels, alleen erg snel en doorspekt met Spaans en daardoor soms moeilijk te volgen. Maar het was beter dan iemand die alleen maar Spaans spreekt.

Toen eerst naar het treinenkerkhof waar karkassen van lokomotieven en wagons staan uit de tijd dat er nog meer handel was met Chili. Ik heb het verhaal van Oscar niet helemaal kunnen volgen en zal wiki er later nog eens op naslaan, maar het was uit zijn verhaal duidelijk dat er geen liefde is tussen Bolivia en Chili sinds een oorlog (ergens eind 1800 heeft Henk al uitgezocht) waarin Chili de kust van Bolivia heeft afgepakt. De jongens vonden deze plek uiteraard schitterend en wilden eigenlijk niet meer weg. Gelukkig hebben ze de rest van de dag ook genoeg moois gezien om er niet weer om te zeuren.

Na het kerkhof weer via het dorp (Uyuni) op weg naar de zoutvlakte, de Salar. Dat bleek nog zo'n 25 km rijden. Het begint bij een klein dorpje, Colchani, waar we even in een grote verzameling van andere jeeps stopten. Uitleg gekregen in een huisje waar het zout werd verwerkt door de lokale bevolking. Bijna alles met de hand! En veel werk, want het zout bevat toch nog veel water (zoals we later ontdekten toen we even op het zout gingen zitten, kletsnatte broek!). Ze scheppen het zout op de vlakte in hoopjes en laten het daar drogen. Dan wordt het zout met vrachtwagens naar het dorp vervoerd waar ze het nog eens drie dagen laten drogen en daarna wordt nog met vuur het laatste vocht eruit gestookt. Vervolgens worden de keiharde brokken gemalen, wordt het vermengd met jodium en in zakjes gedaan die met een brandertje worden dichtgeschroeid. En dan heb je een zakje zout! In dat dorpje ook veel souvenirs, we hebben er maar vast een paar gekocht en de kas van de lokale bevolking daarmee ietsje aangevuld.

Daarna de vlakte op! De modder verandert langzaam in grauw wit zout, het lijkt net zand. Gestopt bij de hoopjes waar iemand aan het scheppen was. De mensen die dat doen hebben zwarte lappen voor hun gezicht omdat de straling van de zon er enorm is. Erg zwaar werk... De jongens ontdekten hier al snel dat als je even stampt op het zout, dat je dan een waterig soepje krijgt, net als op het strand als je vlak bij de zee bent. Nu dus ook mooie witte schoenen ;-)

Volgende stop: de Ojos de Salar, de ogen. Een paar poeltjes waar bellen omhoog komen. Gewoon koud water, maar het zijn wel bellen die ver uit de diepte komen. Op deze plek komen ook rotsen net aan de oppervlakte en de bellen komen mee met water dat door de rotsspleten onder de Salar lopen. Geloof ik, want weer heb ik niet alles goed kunnen volgen wat Oscar vertelde. Hij vertelde ook nog de legende van het ontstaan van de Salar: dat gaat over de vulkanen die rond de Salar staan, die getrouwd waren en een kindje hadden. De vrouw ging vreemd en toen de man dat ontdekte nam hij het kindje mee. De melk stroomde daarna uit de borsten van de vrouw en ze huilde zoute tranen....

Toen weer verder, naar het zouthotel. Dat staat op de vlakte en was ooit een hotel, maar is inmiddels een museum en lunch plaats voor de excursies. We waren dus weer niet alleen. De lunch was meegenomen en bestond uit koude lamakoteletjes, opgewarmde quinoa (soort graan die wat lijkt op rijst), komkommer/tomatensalade en cola. Heerlijk maal! We zaten op zoutblokken met een kussentje en aten van een zouttafel. Bastiaan heeft hier weer wat harten gestolen door Piet Piraat te zingen voor een Argentijns groepje mensen. Hij heeft daarna met zijn pet zelfs 2 bolivianos (20 cent) opgehaald!
Grootste trekpleister is overigens niet Bastiaan met zijn schattige bolle wangen, maar Simon met zijn witte korte haar. Hij wordt erg veel aangeraakt en trekt veel meer de aandacht dan in Argentinië. Waarschijnlijk omdat hij hier echt anders is, we zijn hier vrijwel alleen maar omringd door mensen van indiaanse oorsprong. Hij vindt het inmiddels niet leuk meer om zomaar aangeraakt en geaaid te worden en geef hem eens ongelijk. Wel leuk vind hij nog de mensen die hem gewoon aanspreken en hem een hand willen geven, daar doet hij nog vrolijk aan mee. Hij kan ook al vertellen dat hij quatro años is en uit Olanda komt.

Vervolgens een lange rit van ongeveer een uur naar het midden van de vlakte, naar het eiland Inca Huasi. Om dit te vinden heb je wel iemand nodig die de vlakte kent, het is vanaf het hotel niet te zien en er zijn vele 'wegen' en sporen op de vlakte, allemaal zonder merktekens en wegwijzers. Het eiland is eigenlijk de top van een berg die boven het zout uitsteekt. Je moest betalen om erop te mogen, maar dat is weer erg weinig (omgerekend 1,50 pp) en zeer de moeite waard. Vanaf de top kun je namelijk erg goed zien hoe enorm de Salar is... Pffff, unboliviable. Bastiaan was niet mee, die was tijdens de lange rit in slaap gevallen. Helaas voor de gids werd hij na ons vertrek voor de wandeling toch vrij snel wakker en Oscar heeft hem ongeveer een half uur moeten vermaken. Met succes, hij heeft niet gehuild.
Simon heeft met veel plezier meegeklauterd over de rotspaden. Hoera voor zijn bergschoenen, blij dat ze mee zijn. De rotsen op dit eiland bestaan uit basalt, met daarop een laag koraal, uit de tijd dat de berg nog in zee lag. En er zijn dus vele cactussen, met daartussen een paar vogels (nieuw: Giant Hummingbird en Black-hooded Sierrafinch) én wat Viscacha's, soort konijnen met een lange staart. Ik heb er één gezien! Na de wandeling nog even op het zout wat 'funny pictures' gemaakt, Simon wilde zowaar goed meewerken! En daarna terug naar Uyuni waar we rond 18 uur terug waren bij het hotel. De meeste andere mensen gingen vanaf het eiland verder naar de westrand van de Salar. Zij deden 3- of 5-daagse excursies die ook naar de hoge gebieden in het zuiden gaan en langs geisers enzo. Dat bewaren wij voor een volgende keer, als de jongens wat groter zijn en ook meer kunnen genieten van de autoritten.

Al met al, na de wat sneue eerste reisdag in Bolivia, hebben we nu een prima ervaring hier en zijn we benieuwd naar de rest van het land! De tweede reisdag (vandaag) ging gelukkig ook prima. Deze viel zelfs erg mee. Op de voucher van het reisbureau stond dat we er 9,5 uur over zouden doen, maar dat bleken er minder dan zes. Dus al om 15 uur in Potosí in plaats van 19:30! Het hobbelen was ook minder erg dan gevreesd, een groot deel van deze route is al geasfalteerd. Opnieuw mooie landschappen vanachter het busraam. Alles is erg hoog en dat zie je, veel kale en nauwelijks begroeide hellingen. Wel her en der kuddes lama's en een enkele wilde Vicuña (klein slank familielid van de lama). Een paar dorpjes (met veel vervallen huizen) en een enkele groene vallei. Henk en ik hebben genoten en de jongens hebben zich weer vermaakt met de mp3-spelers, snoepjes en met slapen!
O ja, op een dergelijke rit heb je één plasstop, na drie uur; dan staat iedereen in de rij voor een schamel hutje met daarin een wc-pot. Voor 1 boliviano krijg je een beetje wc-papier en mag je de pot gebruiken. Doorspoelen doe je met een emmertje water dat je zelf mag tappen uit een waterton. Simon en ik maken er noodgedwongen standaard gebruik van, Henk heeft een grotere blaas en Bastiaan een luier.

Nu dus in Potosí, op 4060 meter hoogte! Onze hotelkamer is helaas op de vierde verdieping; boven ben ik volledig buiten adem. Ik snap nu dat de Fifa geen internationale wedstrijden in Bolivia toelaat, de laaglandspelers zouden na één minuut gevloerd zijn! Gelukkig verder nergens last van, geen van ons. Het was één van de dingen waar ik rekening mee hield, dat we door hoogteziekte onze reis zouden moeten omgooien. Maar geen centje pijn dus.

Morgen zijn we één dag in Potosí en het verhaal en foto's komen later!

Karen

Naschrift midden in de nacht (inmiddels lopen we trouwens vijf uur achter op NL): de server van het reislog lijkt eruit te liggen, dus ik kan de foto's en het verhaal helaas niet plaatsen. Mañana mañana!

La Quiaca en de reis naar Uyuni

Zo, Bastiaan ligt te slapen, en Karen is aan het wandelen in Uyuni, samen met Simon. Dan heb ik mooi even de tijd om de foto's te sorteren en een verhaaltje te schrijven.

Een paar dagen terug zijn we aangekomen in La Quiaca, een grensstad aan de Argentijnse kant. We wilden daar twee nachten blijven om aan de hoogte te wennen en om daarna Bolivia in te gaan.
Eerst een rustdag dus, waarin we naar de grens gelopen zijn. Daar viel het ons op dat er eigenlijk twee grensposten zijn; één voor de toeristen, die wij zullen moeten nemen. En één waar lokale mensen heen en weer lopen. Heen (van Argentinië naar Bolivia) met allemaal zakken op hun rug, en terug zonder. Blijkbaar is dit een soort 'goederenlijn'. Ik zou denken; neem een vrachtwagen, gooi die vol, en rijd even op en neer; maar er zal vast wel een reden zijn waarom deze mensen dit doen. Misschien is er voor import onder de 50 kg geen restrictie... (want de zakken lijken wel behoorlijk zwaar).

Na even bij de grens rondgehangen te hebben, zijn we wat gaan eten in een lokale tent. Daar hadden ze een pracht-uitvinding die ik in Nederland nog nooit gezien heb; een beker met een rietje er aan vast. Briljant :-) Wat we meestal doen is twee gerechten bestellen; dat is genoeg voor ons vieren. De jongens eten meestal toch niet heel veel. Aan het eind van de lunch krijg je de rekening, 45 pesos, ongeveer 9 euro. Dat is dan voor: 2 hoofdgerechten, 1 soep en vier grote bekers drinken. Je blijft je verbazen. Oh ja, een zin die ik veel gebruik: 'Vaso plastico para los niños, por favor'. We krijgen vaak glazen voor ons vieren, en dat is voor Bastiaan en Simon vaak geen goed idee....

Omdat Simon geen gips meer heeft, mag hij nu zwemmen. En omdat we verder toch geen verdere plannen hadden, zijn we een zwembad gaan zoeken. Die zag er verbazend goed uit. Alleen moesten we wel een badmuts op. En ja, die hebben we niet bij ons. Het zwembad verkoopt die niet, maar gelukkig is er een winkel dichtbij. Dan denk je dat je er bent, maar nee hoor. Er was nog iets anders wat niet goed was, en Karen moest mee naar een EHBO kamer. Later moesten de jongens en ik. Bleek dat wij een medische controle kregen;check opzwemmerseczeem enschurft, en zelfs de bloeddruk werd gemeten. Gelukkig was alles goed, en mochten we het water in. Lekker hoor, weer even een duik in het water nemen, en de jongens hebben genoten.

Daarna nog weer even wat gewandeld en we kwamen weer bij de grens uit. Alleen nu een kilometer verderop dan het punt waar we eerst waren. Hier geen controles, en gewoon een rivier waar je over zou kunnen wandelen. Dit werd ook hier en daar gedaan. Ik heb nog even gedacht, ach dat wil ik ook wel even doen. Dan kan ik gelijk de treinkaartjes halen (meer hierover later), maar als je betrapt wordt, zonder geldig stempel in je paspoort, dan zou je nog wel eens problemen kunnen krijgen. Dus doe maar niet. Op te terugweg nog even langs de speeltuin, de favoriet van de jongens. Er was een grote glijbaan, en zelfs een draaimolen.
's Avonds weer een restaurant gezocht, en we kwamen een tent tegen waar de pizza's maakten in een houtgestookte oven. Wat drinken erbij en je hebt een prima maaltijd.

Karen had voorgesteld om maar vroeg op te staan. Ik ben daar eigenlijk geen voorstander van, ik houd teveel van mijn bed 's ochtends, maar we hadden toch de wekkers op 7:00 uur gezet. Vroeg op, tassen inpakken, eten en weg. En om 9:00 liepen we richting de Boliviaanse grens.

Alard (een collega/vriend) had ons verteld over een foto die hij eens had gemaakt met 'La Quiaca, 5171 km' erop. Ergens onder in Argentinië. Wij zagen een vergelijkbaar bord, 'Ushuaia, 5121 km'. Waarschijnlijk een stad ergens onderin Argentinië. Ik had verwacht dat de afstanden gelijk zouden zijn. (Met mijn wiskundige achtergrond; de weg heen is even lang als de weg terug). Ja ja, ik weet het, in de wiskunde mag je dat natuurlijk nooit zomaar zeggen, en blijkbaar in Argentinië ook niet ;-)

We hadden de vorige dag al gezien dat er een korte, doch hevige, rij stond. De rij was niet lang, maar ging heel langzaam. Laat de rij eens 30 meter geweest zijn; ik deed er anderhalf uur over. Omdat de jongens dat natuurlijk nooit vol zouden houden, hadden we de walki talkies meegenomen. Ik zou in de rij staan, en Karen ergens in de buurt met de jongens in een speel omgeving. Goed idee, maar dan moet de batterij van de walki talkie natuurlijk niet ermee ophouden, en Karen uit het zicht zijn, als je aan de buurt bent. Even een korte periode van lichte paniek. Maar gelukkig hoorde ik Bastiaan ergens schreeuwen, en toen had ik ze snel gevonden. Van mij mag Bastiaan niet schreeuwen, maar nu was het wel handig.
Na de eerste rij, Argentinië uit, was er een tweede rij, Bolivia in. Maar een agent zag dat wij kinderen bij ons hadden, gaf ons papieren die we moesten invullen, en zo gingen we redelijk snel door deze controle heen.

Eindelijk, in Bolivia. Wat we zagen was meer chaos, maar ook meer kleur. Omdat we nog geen Boliviaans geld (bolivianos) hadden, gingen we eerst op zoek gaan een pinautomaat. Die zagen we niet zo snel, maar we hadden nog was peso's over. Die maar gewisseld naar bolivianos en verder naar de trein. Dat is een wandeling van 1.5 km, maar eigenlijk heel eenvoudig. Alsmaar rechtdoor. Daar aangekomen, hadden we onze eerste mindere ervaring. En dat zou niet de laatste zijn...

De trein naar Uyuniwas al volgeboekt, er waren dus geen kaartjes meer. Dat is jammer, we hadden wel zin in een treinreis.
Maar ja, wat nu. De volgende trein zou pas over twee dagen gaan, en op die dag was ook al een excursie geboekt.
We besloten om te kijken naar een busreis. Op reizigersforums die we voor de zekerheid alvast hadden geraadpleegd,wordt de busrit niet echt aangeraden. Een lange busrit van 7+ uur, over stoffige zandwegen door bergen, eng en koud. Maar ja, je moet toch wat.
De jongens en ik nestelden ons in een speeltuin met een enorme glijbaan, en Karen ging op onderzoek uit, Ze kwam terug met 4 kaarten voor de bus. Op eerdere busritten namen we vaak twee stoelen, en zaten de jongens bij ons op schoot. Maar dit zou een lange rit worden, en de bus kost bijna niks (zo´n 7 euro per stoel), dus namen we maar 4 stoelen. De bus zou om 15:00 uur vertrekken, en rond 22:30 aankomen. Het grootste gedeelte zou in daglicht gebeuren. Dat is wel zo veilig, en dan kunnen wij ook nog wat zien.

Echter...
De bus vertrok pas om 15:30, deed langer over het eerste stuk dan gedacht. Bij de eerste stopin Tupiza,die 20 minuten zou duren, gingen we pas na een uur weg, en bleven daarna, twee straten verder ook nog een half uur staan. Toen was er nog iets mis met de olie, moest er getankt worden, en toen gingen we pas weg. En slordige 1.5 uur later dan nodig. Tja en dan kom je aanin het tweede haltestadje(Atocha, op 2/3 van de reis), om 23:00. We hadden gehoopt dat we rechtstreeks naar Uyuni zouden gaan, maar helaas. En omdat het laatste stuk ook nog 2 uur duurde, kwamen we pas om 01:00 uur aan in Uyuni... Gelukkig hebben de jongens zich goed gehouden. Ze waren mooi rustig, of hebben liggen slapen. De kou viel erg mee, het was zelfs wat te warm in de bus, en van enge stukken hebben we weinig gemerkt. Het was een enkele baan en dus moester bij tegenliggers soms achteruit worden gereden, maar het ging soepel.De vering van de bus was ook goed en bochten werden rustig genoeg genomen. En het landschap was weer adembenemend, deels door een diepe steile kloof, jammer dat het grootste deel van de reis toch in het donker was. Wat ons betreft is deze busreistoch geen afrader. Alleen een beetje lang.

Erg lñaat aangekomen dus, en datwas nog niet alles...
Toen ik uitstapte en de bonnetjes voor de koffers wilde pakken, merkte ik dat mijn portemonnee er niet meer was. Shit. Misschien in de bus gevallen? Met de zaklamp de bus door, maar nee. Dus, dat ook nog.
Nou ja, dat regelen we morgen wel. Nu eerst naar het hotel dat al voor ons is gereserveerd door Ben Verhoef Tours.

Echter...
Bij het hotel aangekomen. Wat we ook deden: bellen, kloppen, nog meer bellen op een andere bel; er werd niet open gedaan. Tja, en daar sta je dan. 01:30 in de nacht. moe, de jongens ook moe, en zonder hotel. We waren met een taxi gekomen, en vroegen of de chauffeur nog een idee had, en ja hoor, hij bracht ons naar een hotel om de hoek.
Daar bellen, en daar ging de deur wel open, en er was plaats. Hoera...
We namen een 2 persoons kamer, en maakten snel de tentjes van de jongens klaar. Wij daarna ook snel naar bed en slapen. Heerlijk na zo'n dag.

De volgende dag(vandaag)ben ik naar een telefoon winkel gelopen. De stad had geen stroom, iets van: als er veel wind is komen de kabels van de elektriciteit tegen elkaar, en kan is er kortsluiting. En inderdaad, het waaide behoorlijk. Maar goed, in het midden van de stad (eigenlijk is het een klein dorp), is het centrale telefoon knooppunt. Daar stond een aggregaat rustig te brommen, dus ik kon bellen om mijn passen te blokkeren.

Daarna hebben we rustig ontbeten. Het bleek dat de eigenaar een Belgische was, dus konden we nog even in het Nederlands kletsen. Daarna de spullen gepakt en verhuist naar het hotel wat we eigenlijk zouden moeten hebben, 1 blok verderop. Daar aangekomen kwamen we in een prachtige kamer. Of eigenlijk twee die aan elkaar vast zitten. Dat is mooi een kamer voor ons, en een kamer voor de jongens. Alleen hebben beide kamers, dus ook die van de jongens, een tweepersoons bed. We moeten maar eens gaan proberen of dat goed gaat; beide jongens in één bed....

Groet,
Henk, Karen en de jongens